1. Opstellingsfout van het ontvangende team
Opstelling: (OSV* Spelregel 7.4)
Op het moment dat de bal door de serveerder wordt opgegooid om te serveren, moeten, met uitzondering van de serveerder, alle spelers van beide teams zich op hun eigen speelhelft bevinden.
De spelers van het ontvangende team moeten in de servicevolgorde staan op het moment dat de bal bij de service wordt opgegooid. De spelers van het serverende team mogen elke positie innemen.
Dit betekent dat de spelers van het ontvangende team direct na de opgooi al mogen bewegen naar hun gewenste uitgangspositie. Het is niet meer nodig om te wachten tot de serveerder de bal raakt bij de service.
Het waarnemen van een opstellingsfout van het ontvangende team vindt plaats op het moment dat de serveerder de bal opgooit. Maar je kunt pas fluiten voor de opstellingsfout bij het ontvangende team, als door de serveerder de bal wordt geraakt.
Een servicefout (zoals voetfout of verkeerde servicevolgorde) wordt ‘eerder’ bestraft ook al maakt de tegenstander een opstellingsfout (OSV 12.7.1).
Geen opstellingsfouten meer bij serverende team
Vanaf het nieuwe seizoen mogen de spelers van het serverende team elke positie innemen op het moment van de service. Er kan dus geen opstellingsfout meer worden gemaakt door het serverende team. Wel is het nog steeds fout als er een fout in de servicevolgorde wordt gemaakt oftewel als de verkeerde speler serveert.
Dit lijkt erg op de regel die al gold in de Topdivisie en lager, maar die regel is dus nog verder versoepeld omdat er voortaan ook niet meer naar voor- en achterspelers wordt gekeken bij het serverende team.
2. Spelen van de bal
Aard van de aanraking (OSV* Spelregel 9.2.2. en 9.2.3)
Bij spelregel 9.2.3 zijn vier commentaren toegevoegd.
- Wanneer de bal wordt gespeeld, bovenhands met de vingers, naar eigen spelers (en dus aan eigen kant blijft), is het toegestaan dat er opeenvolgende aanrakingen plaatsvinden, als dit in één actie gebeurt. In deze situatie kan dus niet meer gefloten worden voor ‘tweemaal spelen’. (Tweemaal spelen door dezelfde speler conform spelregels 9.1.1 en 9.3.4, horen hier niet bij).
- Bij een voltooide aanvalsslag zijn opeenvolgende aanrakingen niet toegestaan en wordt dit beoordeeld als ‘tweemaal spelen’.
- Een ‘vies’ of ‘lelijk’ gespeelde bal (die aan eigen kant blijft) is geen opeenvolgende aanraking en daarom niet fout.
- Een bal die uit de handen glipt en vervolgens het hoofd van dezelfde speler aanraakt is niet toegestaan en wordt beoordeeld als ‘tweemaal spelen’.
Spelen van de bal (HIA 9.2 en 9.6)
HIA Regel 9.2 is aangepast.
Nieuwe tekst:
Om de tekst van spelregel 9.2.2 beter te kunnen begrijpen, dient er gelezen te worden dat het raken van de bal niet meer is dan het terugkaatsen op het moment van contact met de bal, terwijl een gooibal twee actiemomenten heeft: eerst het vangen en vervolgens het weggooien van de bal.
HIA Regel 9.6 is aangepast.
Nieuwe tekst:
In de geest van het internationale volleybal en om langere rally’s en spectaculaire acties te stimuleren, wordt er niet meer voor ‘tweemaal spelen’ gefloten bij een bovenhands met de vingers gespeelde bal, als de bal aan eigen kant blijft.
3. Actie waarbij de libero betrokken is
Acties waarbij een libero betrokken is. (OSV* 19.3.1.4)
Commentaar 2 is aangepast:
- De positie van de voeten is bepalend, niet de bal (analoog aan spelregel 13.2.2.1).
Commentaar 3 toegevoegd
- Het laatste contact met de vloer van beide voeten is bepalend; wanneer de libero een voet in de voorzone optilt en enkel nog contact heeft met de achterzone met de andere voet, wordt dit als fout aangemerkt.
Commentaar 5 is aangepast:
- Wanneer de libero, die zich bevindt in de voorzone of zich heeft afgezet in de voorzone, de bal bovenhands speelt gebruik makend van de getoonde spelacties (zie tekening 13) dan kan de aanval wel voltooid worden indien de bal volledig hoger dan de netrand is.
4. Terughalen bal buiten de antenne
In de Topdivisie en lager is het al niet toegestaan een bal die geheel of gedeeltelijk buiten de antenne naar de helft van de tegenstander gaat terug te halen. Dit blijft ongewijzigd.
5. Schermen
De spelers van het serverende team mogen hun handen niet meer boven het hoofd houden tijdens de service, totdat de bal voorbij het net is. De 1e scheidsrechter mag het team hiervoor via de aanvoerder waarschuwen. Die wijziging geldt voor alle niveaus. De regel rondom schermen blijft verder op elk niveau zoals deze al was.
Commentaar:
● Een speler of groep spelers van het team aan service maakt een scherm door op het moment van de service de armen te bewegen, te springen, zich zijdelings te bewegen tijdens het uitvoeren van de service, of door bij elkaar te gaan staan en hierdoor de serveerder of de baan van de bal aan het zicht van de tegenstander te onttrekken totdat de bal de passeerruimte is gepasseerd. Als een van beide onzichtbaar is voor het ontvangende team, dan is er sprake van een scherm.
● Het is door het serverende team niet toegestaan om tijdens de service dicht bij elkaar te gaan staan. Er moet ten minste een armlengte tussen de spelers onderling zitten. Dit “schermen” is pas fout als de bal over de spelers die dat scherm vormen heen wordt geserveerd.
● Wanneer teamleden met hun handen hun hoofd beschermen (handen achter hun hoofd gevouwen) maar zij niet dicht bij elkaar staan en ook tenminste een armlengte uit elkaar staan, is dit toegestaan.
● Bovendien mag ook geen scherm worden gevormd door een zogenaamde omgekeerde piramide. Dit is ook pas fout als de bal over de spelers die de piramide vormen heen wordt geserveerd.