Spelregels CMV niveau 4-5-6

SPELREGELS CMV 4-5-6 REGIO DE KEMPENvoorgesteld 5 juni 2023
Niveau 4Niveau 5 Niveau 6
Leeftijd en aantal spelers 9 - 10 jaar, max. 1 jaar ouder.10 - 11 jaar , max. 1 jaar ouder.11 - 12 jaar , max. 1 jaar ouder.
De beginopstelling bestaat uit minimaal 2 en maximaal 3 spelers. Een team van 3 spelers mag met 2 eindigen in geval van blessure, een team van 2 spelers moet met 2 eindigen.De beginopstelling bestaat uit minimaal 2 en maximaal 3 spelers. Een team van 3 spelers mag met 2 eindigen in geval van blessure, een team van 2 spelers moet met 2 eindigen.De beginopstelling bestaat uit minimaal 2 en maximaal 3 spelers. Een team van 3 spelers mag met 2 eindigen in geval van blessure, een team van 2 spelers moet met 2 eindigen.
Nethoogte en veldafmetingNethoogte 2 M.Nethoogte 2 M.Nethoogte 2 M.
Veldafmeting: 4,50 M diep , 6.00 M breedVeldafmeting: 6,00 M diep , 6.00 M breedVeldafmeting: 6,00 M diep , 6.00 M breed
Badmintonveld: buitenste zijlijnen. Achterlijn op 4,5 M. van de middellijn.Badmintonveld: Buitenste zijlijnen en voorste achterlijn.Badmintonveld: Buitenste zijlijnen en voorste of achterste achterlijn.
Lijn- en netfoutenAffluiten volgens Nevobo regels mbt. Lijn- en netfouten.Affluiten volgens Nevobo regels mbt. Lijn- en netfouten.Affluiten volgens Nevobo regels mbt. Lijn- en netfouten.
Belangrijkste leerdoel: 2e bal verplicht vanuit een vloeiende vanggooi-/ of vangstoot- beweging spelenIn 3x spelen.Bovenhandse opslag, smash/tipbal
Service / beginbal Onderhandse service van achter de achterlijn.Onderhandse service van achter de achterlijn.Onderhandse of bovenhandse (sprong)service van achter de achterlijn.
1e balcontact SpelenSpelen.Spelen.
Vangen Alleen de 2e bal verplicht vangen en met een vloeiende vanggooi-/ of vangstoot- beweging gooien Niet meer vangen Niet meer vangen
Gooien/Spelen2e bal met een vloeiende beweging vanggooien/ vangstoten, waarbij de voeten moeten blijven staan zoals op het moment van vangen:Spelen.Spelen.
Dit kan op 3 manieren:
1. Met gestrekte armen voorwaarts gooien
2. Met gestrekte armen achterwaarts over het hoofd gooien
3. met gestrekte armen boven het hoofd vangen, inveren en uitstoten.
Aantal keren overspelen Het team moet de bal in 3 keer spelen. De 3e bal mag middels een smash/pushbal/tip (en blok) gespeeld worden.Maximaal 3 keer spelen. Smash uit stand of sprong, push- of tipbal is toegestaan, evenals een blok. Minimaal 2 keer spelen.Maximaal 3 keer spelen. Smash uit stand of sprong, push- of tipbal is toegestaan, evenals een blok. Minimaal 2 keer spelen.
Doordraaien Gewoon doordraaien. Extra spelers indraaien op de serviceplaats.Gewoon doordraaien. Extra spelers indraaien op de serviceplaats.Gewoon doordraaien. Extra spelers indraaien op de serviceplaats.
Na 3 punten met dezelfde serveerder, doordraaien met behoud van serviceNa 3 punten met dezelfde serveerder, doordraaien met behoud van serviceNa 3 punten met dezelfde serveerder, doordraaien met behoud van service
Punten RallypointRallypointRallypoint
Wedstrijdduur3 sets van 5 minuten,   minimaal 4, maximaal 5 wedstrijden per toernooi.3 sets van 5 minuten,   minimaal 4, maximaal 5 wedstrijden per toernooi.3 sets van 5 minuten,   minimaal 4, maximaal 5 wedstrijden per toernooi.
Te laat komen5 punten extra voor het aanwezige team5 punten extra  voor het aanwezige team5 punten extra  voor het aanwezige team