Spelregelwijzigingen nevobo komend seizoen

Er is weer een aantal spelregels veranderd bij de Nevobo, welke het komende seizoen ingaan. We vragen onze spelers en scheidsrechters om hier goed kennis van te nemen.

Alle spelregels vind je hier terug.

Hieronder de meest opvallende:

Internal pass (geldt voor alle niveaus):

Meestal is de tweede bal bedoeld gespeeld te worden als een set-up. Zo’n bal wordt niet altijd even perfect gespeeld. Niet alleen wat techniek betreft, maar ook qua plek waar deze bal uiteindelijk terecht komt. Wanneer zo’n tweede bal als een set-up aan de eigen kant van het net blijft, noemen we dit een ‘internal pass’. Gaat de tweede bal daarentegen (bedoeld of onbedoeld) naar de speelhelft van de tegenpartij en/of raakt deze het blok, dan is er sprake van een ‘voltooide aanvalsslag’.Op het niveau van de Eredivisie wordt de ‘internal pass’ al soepel beoordeeld. Dat lijdt vaak tot onbegrip bij het publiek. Toch zijn deze beslissingen van de scheidsrechters juist en moeten ze ook op alle andere niveaus ook zo worden toegepast. Zeker wanneer speler veel moeite doet om de bal te spelen en/of naarmate de rally langer duurt, moet deze internal pass soepel beoordeeld worden.
Wat bedoelen we nou precies? Dragen of vasthouden van de bal is en blijft fout. Maar zolang bij een met de vingers bovenhands gespeelde bal sprake is van kort balcontact én deze aan de zijde van het net van dit team blijft, hoeft deze bal niet technisch helemaal zuiver gespeeld te worden. Omdat de bal technisch niet helemaal zuiver gespeeld wordt, kan na de bovenhandse set-up enige rotatie in de bal komen. Dit ontstaat bijvoorbeeld omdat een speler de bal niet met beide handen helemaal tegelijkertijd raakt.
Het is niet zo dat een team door het niet affluiten van een dergelijke bal beloond wordt. Bij een slechte set-up, benadeelt de spelverdeler zijn eigen team. De aanvaller moet daarna immers meer moeite doen om er een goede aanval van te maken en deze minder goede aanval is vervolgens voor de tegenpartij gemakkelijker te verdedigen. Daarom zal een spelverdeler altijd proberen de bal technisch zo goed mogelijk te spelen opdat er een goede aanval uit voortkomt.
Soepel beoordelen heeft in deze situatie ook tot gevolg dat er bij meer rally’s doorgespeeld kan worden. En daar komt het publiek voor. Maar dat is niet de enige reden van deze spelregelwijziging. Ook voor de media zijn langere en spectaculairdere rally’s van belang. Op die manier kunnen we eenvoudig meer genieten en meer reclame maken voor onze sport.

Er zijn echter wel grenzen. Gemakkelijk te spelen ballen moeten nog altijd strenger beoordeeld worden dan moeilijk te bespelen ballen. En wanneer zelfs iemand die geen verstand heeft van volleybal kan zien dat een bepaalde bal technisch fout gespeeld is, dan dient de scheidsrechter deze bal af te fluiten. Ook twee keer spelen door dezelfde speler in twee acties is niet toegestaan. Bovendien moet de bal aan de eigen kant van het net blijven. Anders is er namelijk geen sprake van een ‘internal pass’, maar van een ‘voltooide aanvalsslag’. Wordt een set-up dus niet helemaal zuiver gespeeld en gaat deze uiteindelijk toch naar de andere kant van het net, dan moet de scheidsrechter alsnog affluiten. Hierdoor kan het voorkomen dat de scheidsrechter niet direct fluit wanneer een set-up onzuiver is. Er moet immers eerst gekeken worden of dat de bal wel of niet naar de tegenpartij gaat.
Tot slot moet ook de 3e bal altijd zuiver gespeeld worden. Deze bal moet immers over het net gespeeld worden. Derhalve kan er bij de 3e bal nooit sprake zijn van een ‘internal pass’ en is dit conform de spelregels altijd een ‘voltooide aanvalsslag’. Ook als de 3e bal uiteindelijk niet over het net gaat en/of het blok van de tegenpartij niet raakt. En wel omdat bij het soepel beoordelen van een ‘voltooide aanvalsslag’ wel degelijk een voordeel voor de aanvallende partij gecreëerd zou worden en dat zou de tegenstander dan wél benadelen.

Opstelling van het serverende team (voor 1e divisie en lager):

De spelers van een team staan vaak dicht bij elkaar om snel hun (blok)positie in te kunnen nemen. Om dit te doorbreken en het schermen beter te kunnen beoordelen, worden de regels voor de opstelling van het serverende team minder streng.
De voorspelers van het serverende team, hoeven ten opzichte van elkaar niet in de servicevolgorde te staan. Hetzelfde geldt voor de achterspelers van het serverende team. Wel moet een voorspeler nog steeds voor zijn corresponderende achterspeler staan (de linksvoor moet bijvoorbeeld voor de linksachter staan).
De voorspelers moeten nog steeds dichter bij de middenlijn staan dan de achterspelers.

Met deze nieuwe regel wordt het voor de spelers van het serverende team gemakkelijker om conform de spelregels minimaal een armlengte uit elkaar te gaan staan om het schermen te voorkomen. Het zicht van de passers van het ontvangende team wordt daarmee ook beter. Omdat geen opstellingsfouten meer gemaakt kunnen worden zoals hierboven omschreven, is het lastiger voor de scheidsrechter om de servicevolgorde te controleren. Daarom wordt het verplicht om op alle niveaus waar ‘DWF resultaat invoeren’ wordt gebruikt, aan het begin van de set de servicevolgorde te noteren.

Wisselregel voor Alle jeugdklassen:

Voor alle jeugdteams voeren we de spelregel m.b.t. de spelerwissel door zoals we die bij de jeugd reeds kenden in de Hoofdklasse en Topklasse. Deze spelregel was ook bij de senioren in de 1e divisie en lager al van kracht. Dit betekent dat een speler meerdere keren gewisseld mag worden.
Uiteraard blijft de spelregel, dat in een set maximaal 6 spelerwissels mogen plaats vinden, van kracht.

Voorbeeld:
Speler #5 uit de basisopstelling wisselt met speler #3. Speler #5 kan alleen op zijn positie weer terug gewisseld worden met speler #3.
Als dit eenmaal is gebeurd, kan speler #3 kan na een voltooide rally weer gewisseld worden met bijvoorbeeld speler #6 uit de basisopstelling. Maar hij kan ook nogmaals met speler #5 wisselen.

CMV

Er is voor het seizoen 2019-2020 een volledig nieuw document opgemaakt met de spelregels voor het Circulatie Mini Volleybal (CMV). Er staan in dit document ook enkele kleine wijzigingen, maar veel verenigingen hebben het afgelopen (half) jaar al met de nieuwe regels gespeeld. Het document is meer een verduidelijking van de geldende regels en enkele kleine aanpassingen/toelichtingen op hoe de regels gehanteerd dienen te worden.
Het vernieuwde document kun je hier vinden.

Invallersbepalingen senioren

De derde keer invallen in een kalendermaand betekent vastspelen in het team waar het meest is ingevallen (in die maand). Daarna staat de teller voor die kalendermaand weer op 0 invalbeurten. De vierde keer invallen in een kalendermaand betekent dus niet meer automatisch vastspelen.
Dit houdt dus in dat iemand die vanuit heren 5, twee keer in heren 4 is ingevallen en daarna 1 keer in heren 3, zich vast speelt in heren 4.
Indien in 3 verschillende teams wordt ingevallen zal het middelste team worden aangehouden.
Speler heren 5 valt in bij: 1e keer: heren 4
2e keer: heren 3
3e keer: heren 1
=> vast gespeeld in heren 3

Horizontaal meespelen

Het horizontaal meespelen van spelers in dezelfde klasse mag per wedstrijd nog maar door 3 spelers gedaan worden. De overige spelers moeten uit het oorspronkelijke team komen, of invallers uit lagere klasses zijn.